Alexander vertelt over zijn oma Friedel, geboren in 1923 in Groningen. Ze was communiste en vond dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Friedel de Vries ging in verzet tijdens de onderduik in Den Haag door illegale kranten rond te brengen. Haar schuilnaam was Rita naar de bekende jazz zangeres Rita Reijs.

Het is juli 1944 en Friedel fietst van Rijswijk naar Den Haag. Haar hart klopt in haar keel als ze in de verte nazi's ziet staan. Tot nu toe is alles goed gegaan, maar ditmaal wordt zij staande gehouden. 'Halt', Stehen bleiben!' Friedel laat haar valse persoonsbewijs zien, waarop de naam Grietje Geertruida Reijs staat. Ze vertrouwen het niet, kijken in haar tas en daar vinden ze verzetskranten...

Zijn oma wordt opgepakt en komt in het beruchte Oranjehotel terecht, waar niemand wist dat zij Joods was. Waarom de familie Hammelburg nog steeds flensjes eet op Bevrijdingsdag, wordt door Alexander ‘smakelijk’ verteld.