
De vijf vragen aan Elisabeth Boor
Iedere gastspreker van Na de Oorlog wordt ondersteund door een schrijver, theatercoach, vormgever en educatief medewerker. Een van onze theatercoaches is Elisabeth Boor. Ze helpt gastsprekers om hun persoonlijke familieverhaal te ontwikkelen in tekst, vorm en beeld. “Je moet zeggen wat je doet, en je moet doen wat je zegt”.
In 'Vijf vragen aan' willen wij jou laten kennismaken met onze gastsprekers medewerkers.
Ditmaal spreken wij Elisabeth Boor, theatercoach bij stichting Na de Oorlog.
Wat beweegt jou de gastsprekers te helpen om hun verhaal te delen en wat zijn jouw obstakels en bijzondere momenten die je bent tegenkomen?
Ik werd er in eerste instantie voor gevraagd door een collega. Ik zei meteen: 'ja, dat wil ik doen'. Ik vind de vorm en de kernwaarden waar “Na de Oorlog” voor staat heel goed. Met leerlingen in gesprek gaan over uitsluiting, antisemitisme en wat dat betekent is volgens mij de enige weg om beeldvorming en vooroordelen tegen te gaan.
Waarom wil jij de gastsprekers helpen hun verhaal te delen?
Allereerst omdat ik vind dat het nooit vergeten mag worden wat er gebeurd is met de Joodse gezinnen, in de Tweede Wereldoorlog. Door deze verhalen te blijven vertellen, blijven zij ook levend en worden ze geëerd.
Ten tweede hoop ik dat bij de kinderen en jongeren er een deurtje opengaat door het verhaal. Zodat ze hierover in gesprek kunnen gaan met de gastdocent, met elkaar, op school, maar ook thuis. Het verhaal van de gastdocent maakt vaak veel indruk, hierdoor zijn ze betrokken en open om het gesprek aan te gaan over hoe zij in hun eigen leven en in de toekomst kunnen bijdragen aan het tegengaan van antisemitisme, racisme en uitsluiting.
Wat is voor jou de grootste uitdaging als coach?
De gastspreker is gewend zijn/haar verhaal al op een bepaalde manier te vertellen. Vaak met een zekere afstand en met veel data en feiten.
Ze geven nu eerst hun verhaal uit handen aan de schrijver, die er ongeveer 30 tot 40 van maakt, waar de leerlingen zich in kunnen leven in de gastdocent zelf, de familieleden en meer in de verbeelding kunnen met het verhaal. Het wordt bijvoorbeeld spannender gemaakt en soms met een klein beetje theatrale vorm, zoals bijvoorbeeld een koffer, of een Jodenster.
De grootste uitdaging voor mij is om met de gastspreker dat verhaal dat ze terugkrijgen van de schrijver weer helemaal van hen te maken. Ze moeten opnieuw kijken naar hun eigen verhaal, het uit hun hoofd leren en schakelen van perspectief, dus soms vertellen ze het verhaal vanuit het perspectief van hun vader of moeder, opa of oma en komen dan zelf heel dicht bij hun familieverhaal. De gastdocent komt dus veel tegen tijdens het proces, waaronder zichzelf. Dit beseffen ze vaak niet als ze eraan beginnen.
Het is dus heel belangrijk om steeds heel goed te kijken en te luisteren naar de gastdocent, zodat er veiligheid en vertrouwen is. En humor is ook heel belangrijk.
Wat heb je over jezelf geleerd tijdens je werkzaamheden bij Na de Oorlog?
Misschien niet zozeer over mijzelf, wel over de rijkdom van de Joodse cultuur en tradities. Zo ontdekte ik een van de kernwaardes van de joodse cultuur: Tikoen Olam letterlijk vertaald “De wereld herstellen”. Dit vind ik heel mooi en neem ik in mijn eigen leven nu mee als kernwaarde. Hoe kan ik de wereld een stukje mooier achterlaten.
Ik hoop onder andere door bij te dragen aan Stichting Na de Oorlog dat in de praktijk te brengen.
Wat is het mooiste advies dat jij ooit hebt gekregen/gegeven van/aan een gastspreker of iemand anders?
“Je moet zeggen wat je doet, en je moet doen wat je zegt”. Toen ik 15 jaar geleden net begon als docent, zei een van mijn cursisten dit tegen mij. Deze heb ik altijd goed in mijn oren geknoopt. Met andere woorden, nooit dingen beloven die je niet waar kunt maken en dat wat je uitdraagt ook zelf doen!
Op de hoogte blijven?
Vul hier uw gegevens in en ontvang onze nieuwsbrievenContact
info@nadeoorlog.nl
085-2500281
06-39762378
NL95 INGB 0102 0329 98 t.n.v. stichting Na de Oorlog


