"Hoe je vluchtelingen een volwaardige plaats geeft in onze samenleving; hoe je mensen behoorlijk laat wonen; hoe je die ongelijkheid op een constructieve manier bestrijdt zonder daarin door te slaan. Maar die ongelijkheid tussen Joden en niet-Joden voor de oorlog kon ook mijn grootvader niet tegenhouden! Is dat de reden waarom hij al voor de oorlog gemeenteraadslid was in Amsterdam voor de SDAP? En hij direct na de oorlog medeoprichter was van de PvdA en wethouder voor huisvesting van Amsterdam werd?"

Haar grootvader Mr. J.J. van der Velde zag met lede ogen aan hoe de maatregelen van de nazi’s steeds heftiger werden. Wanneer het Joden wordt verboden te werken en zijn bloeiende advocatenpraktijk hem wordt afgenomen door de nazi’s, besluit hij samen met haar grootmoeder Ro en hun drie kinderen onder te duiken. Jorna's moeder Rita en haar zusje worden op een ander adres geplaatst. Haar moeder zit op verschillende plekken, gaat op hongertocht en overleeft ternauwernood Dolle Dinsdag.

Maar hoe kom je aan voedsel in de oorlog? Daarvoor zijn voedselbonnen nodig. Voor ondergedoken Joden is dat bijna onmogelijk. Begin 1943 kan haar grootmoeder Ro bij het verzet voedselbonnen ophalen. En dan slaat het noodlot toe… Het adres is verraden en ze wordt opgepakt. Ro wordt naar Westerbork gedeporteerd om vier dagen later op een transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen te gaan.
Wonder boven wonder overleeft het hele gezin de oorlog, zodat Jorna dit bijzondere verhaal met iedereen kan delen.

Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds, Casterenshoeve en de Hofsteestichting.